Bancaire lijfrente beschermd bij faillissement
Vanaf 1 oktober is het onderscheid in faillissementsbescherming tussen de verzekerde en bancaire lijfrente weggenomen. Door een wijziging van de faillissementswet valt ook de bancaire lijfrente vanaf 1 oktober 2012 buiten het faillissement.
Maar hoe zit het bij beslaglegging? Hier wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie waarbij de lijfrente al uitkeert en de situatie waarbij de lijfrente in de opbouwfase zit. Gedurende de opbouwfase kan geen beslag worden gelegd op de bancaire lijfrente, maar wel op de verzekerde lijfrente. Zolang het beslag duurt, kan de verzekeringnemer dus niets doen met de lijfrenteverzekering. De verzekeringnemer kan bijvoorbeeld de lijfrente niet omzetten in uitkeringen. Bij een al uitkerende lijfrente kan de curator zowel bij de bank als bij de verzekeraar beslag laten leggen op (een deel van) de uitkeringen. Dit is het deel dat boven de beslagvrije voet ligt. Deze beslagvrije voet is afhankelijk van de gezinssituatie en ligt ruwweg op 90% van de bijstandsnorm.