Let op met kapitaalverzekeringen en het overgangsrecht
De waarde van een kapitaalverzekering die niet is aangemerkt als een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), telt mee voor de vaststelling van het vermogen in box 3. Voor verzekeringen die al op 14-09-1999 bestonden en daarna aan bepaalde voorwaarden zijn blijven voldoen, geldt het overgangsrecht. Dit overgangsrecht is behoorlijk complex en wil nog wel eens tot onaangename fiscale verrassingen leiden, daarom hier wat nadere toelichting.
Volgens het overgangsrecht hoeft de waarde van een kapitaalverzekering tot maximaal € 123.428 niet meegeteld te worden voor het inkomen in box 3. Bij fiscaal partnerschap wordt deze vrijstelling zelfs verdubbeld tot maximaal € 246.856. In de praktijk zullen de meeste verzekeringnemers gedurende de looptijd van de verzekering geen belasting betalen in box 3, omdat de waarde van de verzekering onder € 123.428 respectievelijk € 246.856 zal blijven. Op het moment van uitkeren wordt echter ook nog beoordeeld of het rentebestanddeel (het kapitaal minus de betaalde premies) belast is in box 1. Dit is volgens de regels van de Wet IB 1964. In tegenstelling tot de dubbele waardevrijstelling in box 3 bij fiscale partners, geldt voor box 1 een kapitaalsvrijstelling van maximaal € 123.428 per begunstigde. In sommige gevallen kan het dan ook verstandig zijn om voor de einddatum van de verzekering een tweede begunstigde op de polis toe te voegen.
Wanneer er meerdere kapitaalverzekeringen zijn die onder het overgangsrecht vallen en/of als er ook nog een KEW is afgesloten, dan kan de fiscale afhandeling bijzonder ingewikkeld worden. Het is dan aan te raden om eens kritisch naar deze polissen te laten kijken, zodat eventueel tijdig actie kan worden ondernomen om belastingheffing te voorkomen of te verminderen.
Ook een polis die verpand is en onder het overgangsrecht valt, verdient de aandacht. Verpanding wil zeggen dat er met het tot uitkering komende kapitaal verplicht moet worden afgelost op de hypotheek. Dit is geen fiscale plicht (zoals bij de KEW) maar een verplichting die de geldverstrekker oplegt. Is er echter nog voldoende inkomen, vermogen en/of overwaarde op uw woning, dan zijn geldverstrekkers vaak bereid om de eis van verplichte aflossing te laten vervallen. In dat geval kan je de hypotheeklening door laten lopen en houd je nog enige jaren renteaftrek en een kapitaal dat je vrij kan besteden. Ervaring leert dat het verstandig is om het verzoek tot het laten vervallen van de verpanding enige tijd voor de einddatum van de verzekering te doen. Wacht je tot het moment van uitkeren zelf, dan is het kwaad vaak al geschied waardoor je een vrij kapitaal en renteaftrek misloopt.